
SFYN PORTRET
Robin van der Sluis-Lewis (31) werkt als freelance sommelier. Hij geeft workshops, verzorgt diners voor restaurants en concepten. Naast zijn specialisatie in duurzame wijnen werkt hij bij het College voor Toetsen en Examens, een combinatie die hij zelf minder vreemd vindt dan het klinkt. Educatie en toegankelijkheid spelen voor hem in beide werelden een centrale rol.
Met een vader als sommelier begon zijn weg naar wijn vroeg. “Niet dat ik als tiener al wijn dronk,” zegt Robin, “maar hij vertelde er veel over. Het was echt zijn passie.” Later volgden bijbaantjes in restaurants. “Daar werd mijn interesse verder aangewakkerd. Smaken ontdekken, proeven, uitzoeken wat lekker is. Zo ben ik er eigenlijk altijd mee bezig geweest.”
De keuze om wijn serieus te nemen als beroep kwam pas later. Tijdens de covidperiode werkte Robin bij Café Woud, waar hij samenwerkte met Naresh Ramdjas, SFYN Academie alumni 2016. “Via hem kwam ik voor het eerst in aanraking met slow food en natuurwijn. Dat kende ik daarvoor helemaal niet. Ik wist niet eens hoe je SFYN moest uitspreken en wat de letters waren. Maar via hem is het balletje gaan rollen.”
Hij merkte dat hij meer wilde dan alleen serveren. “Ik vond horeca leuk en zocht meer verbinding. Naresh zocht iemand met wat ervaring en wijnkennis, we hadden een klik. Toen dacht ik: een kantoorbaan is prima, maar ik wil ook met mijn handen werken. Met wijn bezig zijn. Proeven. Daar ging mijn energie van stromen.”
Hij volgde zijn eerste wijnopleiding, SDEN 3. “Een goede basis,” zegt hij. “Daarna ben ik twee maanden naar Italië gegaan om bij een wijnhuis te werken. Dat was een heel fysieke ervaring. En eerlijk gezegd heb ik daar meer geleerd dan in de cursus.” Na terugkomst ging hij in Utrecht verder in de horeca.
Naast zijn werk als sommelier werkt Robin nu bij het College voor Toetsen en Examens. “Dat is een compleet andere sector, maar ik vind het interessant. Het gaat veel over educatie en die toegankelijk maken voor zoveel mogelijk mensen. Dat vind ik belangrijk, ook los van wijn.”
Die interesse in impact was er niet altijd. “Ik was wel een beetje bezig met biologisch eten, maar niet heel bewust. Ik hield van eten en ging graag naar goede restaurants, maar meer vanuit het perspectief om te genieten en niet vanuit de gedachte: “wat is de impact hiervan op de wereld?”
Dat veranderde geleidelijk. “Voor mij heeft positieve impact veel lagen. Natuurlijk is er de klimaatkant. Maar het gaat ook over goed zijn voor mensen. Een lokaal café of restaurant kan enorme invloed hebben op hoe mensen zich voelen. Goed eten en goede wijn voeden meer dan alleen je maag.”
Tegelijkertijd benoemt hij de spanning tussen idealen en realiteit. “Wijn is een luxeproduct. Dat moeten we niet proberen te verbloemen. Als je een diner organiseert met een beperkt budget, dan moet je keuzes maken. Bij een luxe diner schrap je misschien eerst de truffel, vervang je porcini door kastanjechampignons. En uiteindelijk kijk je ook naar de wijn. Dat hoort erbij. Luxe mag duurder zijn, zolang we daar eerlijk over zijn.”
Die eerlijkheid mist hij vaak bij vlees. “Ik denk niet dat vlees per se slecht is, maar de prijs die we er nu voor betalen klopt gewoon niet.”
Tijdens de Slow Food Youth Network Academie in 2025 werd dat concreet. “We zijn bijvoorbeeld bij Vion geweest, de grootste slachterij van Nederland. Daarna had niemand echt zin meer in een frikandel.” Volgens Robin zijn we het contact kwijtgeraakt met ons eten. “Met het dier, maar ook met de mensen erachter. Dat gebeurt bij wijn net zo goed. Mensen vergeten dat er iemand is die het hele jaar voor die wijn zorgt.”
De SFYN Academie bracht inzicht. “Het was fantastisch maar heel intens. Ik was juist benieuwd naar hoe de rest van de voedselketen eruitziet. Van de wijnwereld had ik al best een beeld. Maar van alles eromheen eigenlijk niet. Daar heb ik echt heel veel geleerd.”
Die ervaring maakte hem minder stellig. “Ik ben het veel onderzoekender gaan bekijken. Ik had vroeger best harde meningen. Ook over wijn. Ik dacht bijvoorbeeld: ik moet alleen maar natuurwijn drinken en de rest slaat nergens op.”
Waarom hij dat dacht, begrijpt hij nu beter. “Natuurwijn lijkt op papier vaak beter. Beter voor het land. Vaak biodynamisch. En in de kelder geen toevoegingen en zo min mogelijk ingrepen. Het idee is: zo natuurlijk mogelijk.”
Maar door de Academie ontdekte hij hoe weinig zwart-wit het is. “We bezochten zoveel verschillende plekken en spraken met mensen uit alle hoeken van de voedselketen. Dan ontdek je: iedereen doet het anders. En met wijn is dat precies zo.”
Wat een ‘goede’ wijn is, wil hij niet voorschrijven. “Dat is uiteindelijk je geweten. Ik kan niet voor anderen bepalen wat goed is. Voor mij persoonlijk kijk ik bijvoorbeeld naar hoe er met het land van de wijnboer wordt omgegaan. Als er met grote machines geoogst wordt, haak ik sneller af dan bij handmatige pluk. Dat kost veel tijd en veel mensen, maar het getuigt ook van respect: voor de bodem, het land, de druiven.”
In de kelder geldt voor hem hetzelfde uitgangspunt. “Zo min mogelijk toevoegingen, zo min mogelijk ingrepen. Veel mensen weten niet dat je ook bij biologische en biodynamische wijn allerlei middelen mag toevoegen. Zelfs voor kleur, voor zuurgraad, voor zoetheid.”
Sinds 2023 moeten wijnmakers ingrediënten vermelden. “Vaak via een QR-code. Dat is slim, maar ook een beetje flauw. Je moet scannen, bevestigen dat je 18+ bent, cookies weigeren. En pas als je doorscrolt langs de smaaknotities kom je bij de echte lijst.”
Zijn advies is eenvoudig. “Hou het simpel. Als er een hele waslijst op staat, zou ik ’m terugzetten.” De meest simpele wijn? “Alleen druiven. Dat is de basis van wijn. Maar die vind je niet in de supermarkt. Daarvoor moet je naar een wijnhandel die natuurwijn verkoopt.” Over goedkope supermarkt wijn is hij uitgesproken. “Bitter, bijtend. Alsof je mondspoeling drinkt. Alsof je net een wc met te veel chloor hebt geboend.”
De wijnen die hij zelf graag drinkt, noemt hij ‘slow wine’. “Goed voor natuur en klimaat, en geen gekke toevoegingen. Maar het is een lastige categorie.”
Hij noemt een Riesling uit de Mosel, een beroemde wijnstreek in Duitsland, waar nog gespoten wordt. “Mosel is nat en koel, dus schimmeldruk is hoog. Om dat te voorkomen móét je soms fungicide gebruiken, anders ben je je oogst kwijt.”
Wat voor hem het verschil maakt, is hoe. Hij haalt een Kestrel Riesling uit de kast van Grandbois. “Deze wijnmaker gebruikt techniek met drones. Die herkennen ziekte in de plant en spuiten alleen dat specifieke stukje. Niet een tractor die alles onderblaast. Zo gebruik je veel minder pesticiden en komt het minder in de grond. Dan vind ik het alsnog slow wine, omdat het doordacht is én omdat die maker ook moet kunnen overleven.”
Als hij één verandering zou mogen doorvoeren in de wijnwereld, hoeft hij niet lang na te denken. “Dat wijnen onder de vijf euro verboden worden.” Hij lacht. “Oké, goedkope wijn mag misschien nog bestaan als kookwijn. Ik vind het zonde om een goede fles te gebruiken om te koken.”
Zijn boodschap aan het Slow Food Youth Network is helder. “Laat labels los. Natuurwijn is niet heilig. Vegan niet. Biodynamisch niet. Biologisch niet.” Ook daar worden middelen gebruikt, zegt hij. Wat blijft, is een eenvoudige richtlijn. “Koop wijn die je lekker vindt én waarvan je weet dat hij goed geproduceerd is. Niet kennis over wijn, maar perspectief over wijn”
In zijn eigen lessen wil hij datzelfde meegeven. “Waarom smaakt wijn zoals hij smaakt? Wat is er gedaan om dat te bereiken? En is dat goed of slecht? Dat laat ik in het midden. Mensen moeten dat zelf leren beoordelen.”
Wie meer van Robin wil leren, kan hem volgen via Instagram (@grapesandrobin). In het voorjaar van 2026 geeft hij een achtdelige wijncursus in wijnbar VinVin, waarin proeven wordt gecombineerd met kritisch denken over herkomst, productie en smaak. Je kunt meer informatie opvragen via e-mail, robin.sluis@live.nl
Dec 17, 2025 5:46 PM